William Teacher's & Sons, een bekende familie van blenders, kochten in 1895 hier de grond en in 1897 werd met de bouw van de distilleerderij van Ardmore gestart. In het jaar 1898 begon de distilleerderij met produceren. In 1958 werd de capaciteit van Ardmore na verbouwingen verdubbeld en in 1975 werden er ook nog vier stills bijgeplaatst. Daarna werden de moutvloeren buiten bedrijf gesteld en tot fillingstore omgebouwd. De distilleerderij van Ardmore bleef tot 1976 eigendom van Teacher's en deze firma werd in dat jaar overgenomen door Allied Distillers. Bij de Ardmore distilleerderij worden de vier wash en de vier spirit stills nog op traditionele manier verwarmd met een onder de stills direct gestookt kolenvuur. De stills zijn derhalve voorzien van een dikke bodem. Om het aanbranden van de vaste stoffen te voorkomen draaien over de bodem van de wash stills ijzeren kettingen. Bij Ardmore distilleerderij zijn de veertien washbacks gemaakt van Oregon pine. Ook heeft men voor het repareren van de gebruikte vaten een eigen kuiperij om de vaten weer voor hergebruik te herstellen. Voor de rijping gebruikt men bij Ardmore zowel sherry-, ex-bourbon- als refill vaten. Het water dat gebruikt wordt voor de bereiding van de malt haalt men uit 14 verschillende waterbronnen, die hun oorsprong hebben uit de Knockandy-heuvel, die ten zuiden van de distilleerderij liggen. Het koelwater komt uit verschillende beekjes die rond de distilleerderij stromen.